maandag 8 augustus 2016

Mierzoet

Wist je dat mieren zoet smaken? Vroeger zat ik altijd in de abrikozenboom in de achtertuin van mijn oma. Als mijn ouders ons bij mijn oma achter lieten in het weekend, zat ik daar het liefst om te genieten van de zon. Ik vroeg dan aan mijn oma of ik een blikje sinas mocht, ze had altijd een zestal kleine blikjes Sisi in de trapkast liggen. 
    Ik keek altijd graag naar hoe ze de blikjes van één van de planken pakte en een blikje uit de plastic verpakking trok. Wij mochten niet in de trapkast komen. Ik weet nog steeds niet waarom dat was, ik geloof dat Oma bang was dat er iets op ons hoofd zou vallen. De planken lagen vol met spullen waarvan ik van de meeste niet wist wat het was. Er stond een donkergroene gereedschapskist op de grond en er hing een doek met vakjes aan het schuine plafond. Ik wilde altijd weten wat er in de vakjes van het bruine doek zat maar voor ik stiekem mijn hand erin kon steken, deed ze een stap achteruit en sloot de deur. Daarna deed ze de deur op slot met een sleutel met een vierkanten handvat, die ze altijd in het slot liet zitten, en gaf het blikje aan mij. Ik had weleens geprobeerd om stiekem de sleutel weer om te draaien maar elke keer werd ik verraden door het roestige geluid.
   Ik huppelde naar de achtertuin. De splitsing van de abrikozenboom was ongeveer net zo hoog als het hek. Het hek had horizontale spijlen dus het was nooit een probleem om er met één hand in te klimmen. Dan zocht ik een manier om lekker te zitten en opende het blikje. Soms kwam mijn oma ook naar buiten om te praten en soms keek ik naar de mieren die langs de stam omhoog en omlaag liepen. Ik draaide me om en keek naar de druppel boomhars die aan een zijtak kleefde. Het was een best grote druppel en ik liet hem hangen om hard te laten worden. Bij de herfstmarkt op school, bij het stenenkraampje, had ik gezien hoe mooi versteend hars was. Het mooiste vond ik het als er een beestje in vast zat, meestal mieren. In mijn eigen stukje hars zat geen beestje, maar dat gaf niet. Dat was natuurlijk hars kweken voor gevorderden, ik zou al blij zijn als ik dit stukje hars kon oogsten.     Ik nam nog een slok van mijn Sisi en keek naar de wolken die achter de bladeren van de abrikozenboom voorbij trokken. Ik keek naar de paarse seringen die over de schutting van de buurman naar de tuin van Oma groeide, oma vond dat niet erg, niet zoals de meeste oude mensen het erg vinden als de planten van de buurman over de schutting groeien, ze hield van seringen. Ik hield ook van seringen, ze ruiken lekker en er komen veel vlinders op af. De buurman had door zijn overhangende seringen zelf ook weinig te klagen, behalve als Oma er een deel van afknipte en in een vaasje zette. Dan kwam hij even zeggen dat het toch zeker zíjn seringenboom was. En dan zei Oma dat ze toch zeker in háár tuin hingen. Daar kwamen ze nooit uit, maar echt ruzie hadden ze niet. Ik nam nog een slok Sisi en zette het blikje op een dikke tak neer. Oma stond voor het keukenraam en zwaaide, ze opende het kleine raampje bovenin en vroeg of het lekker weer was. Ik knikte. Ze zei nog iets maar ik verstond haar niet. Ik haalde mijn schouders op. Ze ging op haar tenen staan en herhaalde haar vraag terwijl ze haar nek naar het kleine raampje uit strekte.
    "Wil je wat eten?" vroeg ze. Ik schudde mijn hoofd, zij trok een gekke bek. Ik stak mijn tong uit, Oma lachte en liep daarna de woonkamer in. Ik pakte mijn blikje en nam nog een slok, dit keer zat er een klein hard dingetje in. Ik beet er onbedoeld op en het was zoet. Ik wist meteen zeker dat een mier op de zoete Sisi was afgekomen en in het blikje was gevallen. Ik sprong met het blikje uit de boom en goot de laatste twee slokken over vergeet-mij-nietjes. Dat is hoe ik weet dat mieren zoet zijn.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten