woensdag 22 juni 2016

De eenzame magnetronmaaltijd

Gisteren besloot ik mijn kans te grijpen. Gisteren at ik een éénpersoons magnetronmaaltijd, die ik voor het eerst ook daadwerkelijk alleen ging opeten. De meest eenzame maaltijd in jaren, op de langste dag van het jaar, zodat ik lekker lang van mijn eenzame avond kon genieten. Eindelijk zou ik het gevoel van de ultiem eenzame avond leren kennen. En het word nog zieliger, dacht ik, want ik heb niet eens een magnetron. Maar natuurlijk werkte de oven weer prima, en om kwart voor zes zette ik het hete aluminium bakje met "lasagne bolognese (varkensvlees)" op tafel naast mijn uitgestalde schelpenverzameling. Om het compleet te maken zette ik een horrorfilm aan en ging er goed voor zitten. Maar voor ik een hap kon nemen hoorde ik iemand. Ik keek om me heen en zag een kabouter op de leuning van de bank zitten. Ik had nog nooit een kabouter gezien, maar dit was er duidelijk één.
    'Je hebt niet toevallig nog iets te eten, hè?' vroeg hij. 
    Het is precies mijn geluk natuurlijk, dat er uitgerekend op mijn ultieme eenzame avond een kabouter op bezoek komt. Eigenlijk had ik daar geen zin in, maar dat durfde ik natuurlijk niet te zeggen. Als er iets is wat ik over kabouters weet, is het dat ze erg op goede manieren gesteld zijn. En ik had natuurlijk geen zin om een jaar lang met ganzen naar Lapland heen en weer te moeten vliegen, daar heb ik ook helemaal geen tijd voor.
    'Ik heb hier nog niet van gegeten, ik wil wel met u delen, meneer de Kabouter,' zei ik. 'Alleen als u wilt hoor, ik kan ook iets anders bedenken.'
    'Ja ja, goed hoor,' zei hij, 'maar wel op een bordje graag. En mag die film even uit?'
    Ik knikte, zette de televisie uit en zocht een blauw, plat schelpje uit, wat ik grondig afwaste en waar ik, met het kleinste lepeltje dat ik vinden kon, wat lasagne op schepte.

    'Ik heb geen kleiner bestek, meneer Kabouter,' zei ik toen ik het bordje aan de kabouter gaf en het lepeltje liet zien.
    'Ik heb mijn eigen bestek,' zei hij en hij hield een schoudertas omhoog, 'heb je ook wat te drinken?'
    Ik keek naar de fles Radler die ik net had neergezet. 

    De kabouter knikte, zocht in zijn schoudertas, en haalde daar een glaasje uit. Ondertussen begon de kabouter vast te eten. Ik heb nog nooit zo geconcentreerd een glas ingeschonken, maar het lukte me om de Radler zonder al te veel knoeien in te schenken. De Kabouter keek wel even naar de paar druppels die ernaast waren gegaan maar zei er niets over omdat ik al wat toiletpapier ging halen.
    'Kan ik u nog ergens mee helpen?' vroeg ik. 
    De kabouter nam de laatste hap van zijn lasagne en knikte, 'ik lust wel een toetje, heb je dat?'
    Ik had nog wel wat yoghurt, maar dat wilde hij niet, en ook geen fruit, maar koffie met een koekje kon er wel in. Al was hij achteraf niet zo over het koekje te spreken. Daarna wilde hij niets meer en keek hij toe terwijl ik aan mijn half koude lasagne begon.

    'Hij is niet zo lekker, hè?' vroeg hij. 
    Het viel me inderdaad tegen maar ik vroeg me toch wel af wat hij had gegeten als ik niet met hem gedeeld had. Hij begon over een vriend van hem die ik niet kende, al kwam zijn naam me wel bekend voor. Hij was boos op zijn vriend want die was het niet met hem eens geweest over iets wat ik niet helemaal begreep. Vast een kabouter-ding, dacht ik. 
    Toen ik klaar was met eten, wilde de kabouter naar de film kijken, maar hij wilde er wel chips bij. Gelukkig had ik nog een zak liggen. Ik gaf de kabouter drie chipjes op een grotere platte schelp.
    'Waarom bent u mij eigenlijk komen bezoeken?' vroeg ik de kabouter toen de film was afgelopen.      Hij glimlachte en zei: 'een ultiem eenzame avond is veel leuker met zijn tweeën.'

3 opmerkingen: