maandag 20 juni 2016

Hij kijkt een laatste keer achterom


Ik sta op terwijl mijn collega’s om een speech roepen. Ik heb niks voorbereid maar heb genoeg te zeggen. Ik beklim een klein podium en wacht tot het stil is.
"Elke ochtend stond ik om vijf uur op, om naar mijn werk te gaan. Ik stond op als jullie nog sliepen, en wist heus dat maar weinig van jullie in mijn werkschoenen wilden staan. Voor zes uur was ik al aan het werk, maar mij deerde dat niet. Want ik weet nog hoe de straten in de winter elke dag lichter schemerden. Ik weet nog hoe ik van mei tot augustus tijdens mijn werk naar de zonsopgang kon kijken. En zeg nu zelf, hoeveel mensen zijn er die daarvoor vrijwillig opstaan?
Uiteindelijk heb ik voor niets gestudeerd, want voor dit werk heeft niemand een studie nodig. Maar ik kon me los van mijn werk ontwikkelen, nu, dat is wat ik mezelf altijd bleef vertellen. Vandaag heb ik mijn laatste dienst gedraaid, ik kom nooit meer terug en geen van jullie zal me ooit horen zeggen dat ik het werk mis. Al heb ik geen spijt. Want ik zal missen hoe ik de wereld van voor zeven uur, alleen hoefde te delen met nachtvlinders. Ik zag hoe de wereld niet ons toebehoorde, maar aan de koningen en koninginnen van het vleesmuizen- en het kattenrijk. Ik zag hoe de koninklijke poezen onze leiders overtroffen in het regeren over hun territorium. Ik zag hen zonder omslachtigheden regeren vanaf een bankje voor het huis en hoe ze netjes hun poten schoon likten na elke afdaling. Zo zal ik naar dit werk terugkijken: vandaag was mijn laatste afdaling, en als ik thuis kom zal ik mijn handen en voeten wassen."

Ik hef mijn champagne glas en gooi het leeg boven de grond.
"Ik houd niet van champagne," zeg ik terwijl ik de collega naast me een klap op de schouder geef. Ik zet het glas op tafel en loop weg.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten