vrijdag 12 augustus 2016

Het rijk van Dionysos - Babymetal

Toen mijn lieve roodharige vriendin Anne de band Babymetal ontdekte, duurde het niet lang voordat de drie meisjes op het scherm van mijn laptop dansten en zongen. We waren allebei verkocht. Babymetal was een goed gevonden combinatie tussen J-pop (Japanse pop) en metal. En dat niet alleen, opeens leek iedereen van ze gehoord te hebben. Iedereen die hun naam kende, vond er wat van. Zoals een grootharige vriend van mij eens zei: "Je houdt ervan, of vindt het zeer kotswaardig" Alleen zei hij dat niet over Babymetal maar over de Engelse breadspread Marmite, maar het is voor beide gevallen waar. (Hij hield ervan, ik was degene die het, tegen mijn eigen hoop in, zeer kotswaardig vond. Ik heb mijn potje aan een Engelse dierentuin gedoneerd om bij de tijgers op boomstammen te laten smeren.)

Bij elke nieuwe aangekondigde tour zochten we op waar Babymetal heen ging. Helaas kwamen ze steeds niet dichterbij dan die keer dat een jongen me in mijn stamkroeg overhoorde en hij enthousiast kwam vertellen dat hij ze ook geweldig vond. Even later begon de ingeplande band in de kroeg te spelen en werd ik met mijn nichtje naar voren gedrukt. Welke band het was, weet ik niet meer. Ik weet nog wel dat ze hun belofte om de kroeg op zijn kop te zetten, niet waarmaakten. Het enige wat ze bereikten was dat ik mijn nichtje slecht kon verstaan. Ik keek om me heen en zag aan de andere kant van de bar die jongen staan. Spontaan begonnen we beiden het meest bekende nummer van Babymetal naar elkaar te mimen: Chocolate. 
    Verder stond Babymetal af en toe in Duitsland en Engeland, tot we ze vonden in de line-up van Fortarock 2016. Ik had Fortarock eigenlijk afgezworen door de combinatie: teveel bands, de prijs en de geluidskwaliteit. O, en het publiek. Niet dat metalheads niet altijd gezellig zijn, maar de bezoekers van Fortarock zijn me vaak te tam, te afwachtend, te bandtoerisme. Maar Babymetal. Babymetal in Nederland, voor het eerst. En Amon Amarth kon ik altijd wel zien, net als Volbeat, en Megadeth was ook een plus. Voor deze keer dan, voor deze keer zou ik mijn twee gefaalde bezoeken aan Fortarock wel vergeten. Ik zette alle nummers van Babymetal op mijn mobiel en bestelde twee kaartjes (één voor mijn vader die graag Amon Amarth weer wilde zien).

Ook dit keer gaf Fortarock me teveel keuzes die ik eigenlijk niet wilde maken. Megadeth overlapte Babymetal en Obituary speelde helemaal tegelijk met Babymetal. Anne koos ervoor om met haar vriend Megadeth af te kijken en ik taaide voortijds af om naar de tent van Babymetal te lopen, samen met een oude vriend, een vriend van hem en mijn lieve vader. We moesten ons best doen om onszelf de tent in te proppen en op de foto hiernaast zie je welk uitzicht we daarmee oogstten. Een hoop hoofden, een paal en af en toe een meisje wat aan de goede kant van de paal stond. Gelukkig waren er veel mensen die na twee nummers te hebben gevolgd uit nieuwsgierigheid, weer de tent verlieten. Ik dumpte mijn tas bij mijn vader en waadde door de mensenmenigte. Af en toe zaten mijn benen vast in de menselijke wortels en haakten mijn schoenen vast achter hun schoenen. Dan duwden de omstanders me lachend verder, tot ik eindelijk de lege ruimte van de pit bereikte. Ik zag grijnzend hoe de eerste linie vooral bestond uit Aziatisch Nederland en dat de jongen in pikachupak en tule rokje, die we al de hele dag hadden zien rondlopen, zich daar ook tussengevoegd had. Het was een gezellige springpit die wisselde tussen de vormen moshpit, circlepit en zelfs de wall of death. Maar allemaal vriendelijk, volgens de regels en niet al te hardhandig. We brulden de Japanse teksten "by heart" maar vooral fout met de meisjes mee en sprongen lachend tegen elkaar op. Het was de eerste pit die ik die dag zag, en helaas was het ook de laatste, want de enige andere pit van die dag vond op datzelfde moment plaats bij Obituary. 
    De reden die achteraf genoemd werd over het geringe aantal pits was dat het zo heet was die dag, dat je al zweette als je je arm optilde. Maar ik vond het toch wel opmerkelijk dat de tweede pit uitgerekend bij Babymetal plaats vond want binnen was het niet minder warm. Tot je naar buiten liep, richting de toiletten, daar was een massief watergevecht aan de gang.

Het was gek om Babymetal in het echt te zien, vooral omdat ik wist hoe ver ze moesten reizen om hier een uurtje te staan. En ik denk dat Babymetal één van de weinige bands is waarvan ik een beetje starstruck was. Alsof je naar je idolen opkijkt en je samen met hen een feestje bouwt. Dat gebeurde me eerder ook bij After Forever, bij mijn eerste concert. Maar ook bij Within Temptation, Epica, Iron Maiden en heel erg bij AC/DC. 
    Het is een apart maar fijn gevoel, een voldoening als bij het behalen van een doel. Ik vraag me zelf ook af waarom juist Babymetal in dat lijstje met grote namen staat. Al was dit mijn eerste live aanraking met de Japanse cultuur.

Ik zag in die tent alles wat ik van ze verwacht had, vooral nadat ze de eerste nummers hadden gespeeld en het geluid wat aan hadden gepast.Toen ze zwaaiden na de toegift liep ik terug naar mijn vader. Mijn oude vriend en zijn vriend stonden nog braaf bij hem te wachten. Mijn vader liet trots zien dat hij twee filmpjes met zijn mobiel gemaakt had voor me. (Maar het geluid van Chocolate is met een camera al lastig vast te leggen laat staan met een mobiel. Ik was er natuurlijk wel blij mee). We kwamen mijn roodharige vriendin en haar rossige vriend aan de buitenlijn van de tent tegen. Ze had nog een stuk van Babymetal kunnen zien. Daarna was het tijd voor bier en om te eten met Disturbed op de achtergrond.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten