vrijdag 21 oktober 2016

Het rijk van Dionysos - Pre-kater deel IV

Floris loopt plechtig over de eindeloze oprijlaan. Door de bosjes is het einde ervan nog niet te zien maar ik vraag Floris niet hoe ver het is. De bossen zijn prachtig, en het ziet er veelal exotisch uit. Ik vraag me af hoe deze bomen en planten hier overleven, het is net alsof we in een ander werelddeel beland zijn. Het zonlicht wordt door de takken doorgelaten waardoor de morgenmist zacht kolkend oplicht. Dan zien we eindelijk het gigantische huis aan het einde van de oprijlaan. De bebossing verdunt waardoor een druivenveld zichtbaar wordt.
   "Zijn we in Griekenland, Floris?" Floris reageerd niet, hij loopt verder naar het gigantische witte huis. Voor de deur van het huis staat een man die er exact uit ziet als die voor de poort stond, hij knipoogt en opent de deur. Floris staat stil en ik stap af. Binnen staan verscheidene pilaren waar doeken tussen hangen in warme kleuren. Er staat meerdere schalen druiven en voor mijn neus staat een open lift met een rode divan erin. Naast de divan staat een tafeltje met een karaf en glazen en naast de knoppen van de lift staat weer dezelfde man. Onwillekeurig kijk ik om, maar de deur achter me is gesloten. Verder lijkt het huis een gigantische ruimte met marmeren vloeren en pilaren te zijn, met overal die doeken en hier en daar druivenplanten en schalen. We stappen de lift in, de man knikt en zegt dat ik naar gelang van de drank genieten mag. De vloeistof in de karaf is goudgeel kleurig.
   "Wat is het?" vraag ik.
   "Nectar, noemen ze het," zegt de man, "maar als u iets anders wilt, is het iets anders."
   "Als ik iets anders wil?"
   "Bedenkt u eens iets."
Ik moet aan mede denken, de drank die naast nectar door de goden gedronken werd.
   "Proeft u maar," zegt de man. Ik schenk wat vloeistof in een glas en proef het. Het smaakt naar lindebloesem en honing, dat zal inderdaad wel mede zijn. Floris stoot zijn kop langs mijn been, ik kijk naar beneden en zie dat hij een verhoogde kristallen drinkbak naar me toe heeft geschoven. Als er geen gigantische kwijlende kat naast de bak had gezeten, dan had ik kunnen menen de graal te hebben gevonden. Die was me nog niet eens opgevallen. Ik houdt de karaf omhoog, Floris' tong kruipt omhoog uit zijn mond en schuurt naar boven zodat zijn snorharen ombuigen, Ik maak aanstalte om in te schenken maar kom dan weer omhoog.
   "Mag hij dit?" vraag ik aan de man. Een diep gegrom klinkt vanuit het binnenste van Floris. De man glimlacht en knikt met getuitte lippen en gesloten ogen. Zijn 'vooruit' gezicht, denk ik.
Ik schenk de vloeistof in de waterbak van Floris. Die gaat liggen en likt langzaam de vloeistof op.
   "En als ik toch liever de nectar ook wil proberen?" De man maakt een 'ga je gang' gebaar door zijn hand uitgestrekt naar de karaf te wijzen. Ik drink de mede op en schenk opnieuw in. Ik nip aan de drank en verrek, het is nog zoeter dan net. De graal van Floris maakt een schuivend geluid, hij is leeg. Ik schenk Floris nog eens bij.
   "Wilt u niet?" vraag ik aan de man.
De man glimlacht, "Misschien later," zegt hij, "Naar watvoor feest wilt u eerst?"

Geen opmerkingen:

Een reactie posten