vrijdag 14 oktober 2016

Het rijk van Dionysos - Pre-kater deel III

Ik vouw mijn benen zo goed mogelijk over het warme lichaam van de jaguar en probeer zo te gaan zitten dat mijn benen de grond niet raken.
"Het was makkelijker geweest als je een luipaard was," zeg ik tegen Floris, "die zijn net even langer."
Alsof Floris dat niet wist, maar die gaf geen commentaar. Al dacht ik hem wel even te zien zuchten. Hij zal wel denken: altijd hetzelfde, dan willen weer ze liever een leeuw, dan weer een luipaard... Ik klop Floris op de rug.
"Ik ben blij met je hoor." Floris kijkt om en beweegt zijn oren heen en weer. Ik trek mijn benen omhoog.
"Goed," zeg ik, "Ik ben er klaar voor."  Maar Floris blijft staan. Ik zet mijn voeten weer neer en ga weer anders zitten. Ik vind een fijnere manier om te zitten, waarbij ik niet de hele tijd mijn voeten omhoog hoef te trekken. Floris schiet er vandoor, de trappen van het appartementencomplex af, langs buurvrouw Sien de deur uit. Ik vraag me af waar we heen gaan, maar besluit het niet te vragen. Floris zal me toch alleen maar droog aankijken. Sneller dan ik verwacht, herken ik de omgeving niet meer. Floris springt over een hek en rent door achtertuinen verder. Ik hoor mijn buurvrouw weer zeggen hoe de jeugd geen respect meer voor de paden heeft. Toen kon ik niet anders dan denken aan hoe iemand naast de paden zou lopen om de tegels niet te beledigen als zij vieze schoenen had.
Floris springt over een laatste achtertuinhek, de straat weer op. We rennen langs steeds minder huizen en steeds meer bosjes. Dan begint hij vaart te minderen. Voor een gigantisch hek met daarachter een gigantisch bos en een gigantische oprijlaan waarvan ik het einde niet kan zien, blijft hij staan.
"Wat groot," zeg ik. Floris kijkt droog om. Er staat een deftige man naast de ingang. Vast Engels, denk ik.
"Welkom thuis, mevrouw Dionysos," zegt hij.
"Oo," zeg ik, "Dionysos, dat is het." De Engelse man glimlacht.
"Welkom thuis."
"Meneer," vraag ik, "weet u toevallig hoe lang ik Dionysos zal zijn? Is dit permanent of...?"
"Exact 24 uur, mevrouw."
"Aha." zeg ik, "dus dat is hoe Dionysos nooit een kater krijgt, en ik maar denken dat hij daar speciale krachten voor had." De man lacht.
"Al zin in morgen?" vraagt hij. Ik lach ook.
"Nee," zeg ik, "maar wel in vandaag." De man knikt en opent het gigantische hek.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten