woensdag 12 oktober 2016

Het kloppen (2)



Het kloppen gaat de hele nacht door, en verschuift over de hele muur. Sinne is gek op de nacht, het is de enige tijd dat ze niet hoeft te doen alsof zij met de poppen speelt en zij zelf niet mee spelen. Maar als je echt niet kan slapen is er niets aan, al helemaal niet als zelfs de monsters bang in hun hoekjes kruipen. Ze ligt klaarwakker onder de dekens, zelfs nog een tijd nadat het kloppen eindelijk is gestopt.

De volgende ochtend krijgt Sinnes moeder haar bijna niet wakker. Haar moeder vraagt wat ze de hele nacht gedaan heeft. Sinne twijfelt maar verteld haar over het kloppen de hele nacht.
    'Echt? Ik heb niks gehoord,' zegt haar moeder. 
    Sinne haalt haar schouders op en gaapt.
    'Ik ga bij de buurman langs,' zegt haar moeder, 'als hij mijn kind de hele nacht op houdt krijgt hij het nog moeilijk hier.' 
    Boos loopt haar moeder naar beneden, naar de gang. Sinne volgt haar snel. Haar moeder beent zó naar buiten en klopt hard op de deur van de buurman. Sinne blijft een beetje achter haar staan, ze vindt het nog steeds gek dat de monsters in hun hoekjes kropen, meestal reageren ze niet zo op nachtgeluiden. In de eerste instantie doet niemand open. Haar moeder begint tegen de deur te schreeuwen dat ze zijn auto ziet staan. Dan horen ze gestommel in de gang, niet lang daarna gaat de deur open.         
    Een man met stoppels en een gestreepte pyjama doet open en bekijkt het stel dames in nachtjaponnen die voor zijn deur staan. Hij wrijft over zijn gezicht en zegt: 'ja?' 
    Sinnes moeder stapt naar voren en grijpt zijn pyjama. 'Heb jij mijn dochter wakker gehouden met je geklop?' 
    De man kijkt geschrokken van de moeder naar de dochter, zijn huid ziet er grijs uit in het licht van de ochtend. Hij kijkt Sinne recht aan.
    'Vannacht,' zegt hij langzaam, 'O, sorry, ik kon niet slapen.' Sinnes moeder pakt hem steviger vast.
    'En dus moet mijn dochter ook maar wakker blijven?!' Het was alweer een tijdje geleden dat Sinne haar moeder zo razend zag. 
    'Was u bij uw vorige huis ook 's nachts lawaaierig? Dan weet ik alvast dat ik de politie onder de sneltoets moet zetten.'
    'Het spijt me,' zegt hij snel, 'maar ik dacht dat u degene was die op de muur klopte.'
    'Natuurlijk niet! Ú hield míjn dochter wakker. Laat het niet meer gebeuren!' 
    Het gezicht van de buurman is heel dicht bij dat van Sinnes moeder, hij schudt heftig zijn hoofd. 'Nee mevrouw, het zal niet meer gebeuren.' 
    Haar moeder trekt Sinne mee terug naar huis, ze blijft naar de buurman kijken, die verbaasd terug kijkt.

Die nacht ligt Sinne weer wakker, weer begint het kloppen. Sinne gaat tegen de muur aan zitten. Het geluid lijkt te bewegen maar het blijft achter dezelfde muur. Als het de buurman niet is, wie is het dan? Ze vergeet de zwarte kruipers die onder haar bed, door een gat omhoog kruipen, te pletten. Ze kruipen door haar kamer en verstoppen zich in kieren en spleten. Ze zullen haar morgen wel laten schrikken als ze haar speelgoed opruimt of als ze zich aankleed. Daarom plette ze ze altijd, dan kropen ze na het verwijderen van de bijbel weer geschrokken terug onder het bed. Ze nam een besluit en klopt op de muur. Het kloppen houdt even op, daarna gaat het door, op dezelfde manier als daarvoor. Dan hoort ze wat zachter nog wat kloppen, in een ander ritme. Ze klopt het ritme terug. Het zachte ritme klopt nog eens en Sinne klopt het weer terug. Daarna blijft het bij het gewone kloppen. Sinne rilt en besluit weer onder de dekens te gaan liggen. Een zwarte kruiper probeert haar te laten schrikken door onder haar kussen vandaan te kruipen. Sinne pakt ze bijbel en gooit hem bovenop het monstertje wat gniffelend probeert weg te komen. Ze pakt Rosa beet en valt vermoeid in slaap.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten