woensdag 19 oktober 2016

Het kloppen (6)

Zodra ze binnen zijn verteld Sinne aan Arend dat het kloppen misschien niet klopt maar loopt.
   "Natuurlijk," zegt Arend, "ik denk dat je gelijk hebt."
Lukas kijkt hen beide verbaasd aan, "gelooft u ook in monsters?" Vraagt hij aan Arend. Arend knikt.
   "Omdat monsters bestaan, dombo," zegt Sinne.
   "Ik geloof het toch niet," zegt Lukas, "er is niks van waar."
   "Je zal het vanzelf wel zien," zegt Sinne, "wij gaan ontdekken welk monster er in de muur zit."
Lukas slikt, "jullie zoeken de monsters op?" Sinne knikt hartvochtig. Arend glimlacht en legt de papieren op tafel. Het zijn de bouwplannen van zijn huis.
Arend wijst naar de muur. "tussen onze muren zit ongeveer een meter ruimte," zegt hij, "dat is heel veel."
   "Misschien is het wel een heel groot monster," zegt Sinne enthousiast.
   "Het zal wel," zegt Lukas. Arend strijkt de kreukels uit de papieren en bekijkt ze één voor één. Er staan verschillende dingen op zoals elektra en waterleidingen en mogelijkheden tot uitbouwen. Ze volgen overal de muur tot ze op één van de bouwpapieren iets zien wat op de meeste niet staat: een deur. Het was de kaart met de originele bouwplannen.
   "Misschien is hij niet eens gebouwd," zegt Arend, om beurten kijken de drie elkaar aan.
   "We gaan kijken!" roept Sinne en ze sprint de trap op. "Kom!" roept ze, naar de mannen die haar langzaam volgen. Ze wacht niet tot ze de trap beklommen hebben en rent meteen naar de achterste rechter deur. Daar vindt ze een grote hoeveelheid spullen en meubelstukken.
   "Wat een rommel, Arend!" roept ze, "dat had ik niet van je verwacht!"
Arend lacht, "het is de kamer die ik als opslag gebruik. Wacht je even met zoeken?"
   "Goed, hoor!" roept Sinne, gevolgd door een harde knal. Arend en Lukas rennen naar de kamer en zien daar Sinne naast een grote hoeveelheid scheef liggende spullen staan, met haar hand voor haar mond geslagen. "Oeps," zegt ze.
   "Ik schrok me dood," zegt Lukas boos, "waarom doe jij nooit voorzichtig?!"
   "Het ging per ongeluk," zegt Sinne al net zo boos.
   "Jongens, meisjes," sust Arend hen, "helpen jullie liever even om voorzichtig de spullen naar de andere kant van de kamer te verplaatsen."

Met zijn drieën sjouwen ze de spullen die voor de muur staan, naar de andere hoek van de kamer. Arend zet een gezellig muziekje op en maakt een kan limonade zodat ze tussendoor wat kunnen drinken. Ze schieten erg goed op maar de tijd gaat sneller dan ze willen. Het schemert al tegen de tijd dat de muur leeg is. Lukas schrikt en zegt dat hij naar huis moet en dat ze niet verder mogen zonder hem. Arend stuurt Sinne ook naar huis, voor haar moeder weer aan belt. Sinne denkt dat hij een beetje bang voor haar geworden is en daar geeft ze hem wel een beetje gelijk in. Ze is enger dan de monsters in haar kamer.
   "Morgen," zegt Arend, "morgen kijken we of er écht een deur is." Sinne snapt niet dat hij zo lang kan wachten maar heeft zelf geen keus.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten