maandag 5 september 2016

Schelpendoosje

Ik heb een doosje gemaakt met schelpen, met rode stof en glitters om schatten in te doen. Het is best veel werk om mijn schatten bij elkaar te zoeken. Uit een lade haal ik een kleine oorbel met bloemetjes van écht goud, die ik in de greppel vond. En een vlindervleugel die op de boomstam lag, waar ik graag zit te lezen. In een luciferdoosje vindt ik het schild van een lieveheersbeestje wat in een nestje lag, nadat het beestje werd gevoerd aan een kuiken. 
    Op mijn bureau ligt een glimmende kastanje en een puntgaaf eikeltje met het dopje er nog op, er zit zelfs een baby-eikeltje aan vast. En op het kastje met pennen en memo-blokjes staat mijn glazen eekhoornsteentje. Ik vindt een gel-pen met bananengeur onder het bed en haal het platte madeliefje uit het dikke boek van mama. Als laatste keer ik mijn knikkerzak om op de grond, en zoek naar de mooiste knikker, de knikker waarmee ik nooit zou spelen. De blauwe drollendraaier keizer met een luchtbel erin. Ik loop nog een rondje door de kamer, pak het mooie steentje dat ik op het strand vond.

 Daarna schrijf ik op een blaadje heel groot 'GEHEIM - VAN NIEKE', het blaadje vouw ik zodat het past en leg het dwars over de spullen in de doos, zodat iedereen eerst de boodschap ziet, voor ze mijn schatten kunnen zien. Nu moet ik de schat verstoppen. De vorige keer heb ik de doos begraven in de tuin, maar het duurde heel lang voor ik de doos weer terug vond en de schatkist was vies geworden en stuk. Het was niet zo erg omdat de schatten van toen niet zo waardevol waren, ik was nog klein toen ik die schatkist maakte en zag nog waarde in een rood boomblad en de spinnenpoot die mijn buurjongen per ongeluk had uitgetrokken. Ik zet de doos neer, tijger ermee tot onder het bed, en zet de doos helemaal achterin tegen de muur. Ik kruip weer onder het bed vandaan en bekijk hoe goed je de schatkist kan zien. Je ziet hem niet goed, maar je ziet hem wel. En wat als mama gaat stofzuigen? Ik kruip weer onder het bed en trek de schatkist eronder vandaan. Daarna zet ik de kist onderin de kledingkast en leg er kleren overheen. Maar mama gaat vast die kleren weer ophangen als ze ze ziet liggen. De kleren gooi ik opzij, en de schatkist zet ik op het bed. Ik gooi mijn speelgoed uit de ronde mand en probeer de kist onderin te zetten, maar het past niet goed. Dan is er maar één plek over. Ik trek het bed van de muur af, hij is zwaar maar het lukt toch, en schuif het slot van het luik in de muur. Het is het luik van de kruipruimte tussen de muur en de dakpannen, en ik mag er eigenlijk niet meer in. 
    Voorin het hol liggen allemaal kleerhangers en hout wat papa nog zou gebruiken, maar nooit pakt. Met de doos onder mijn arm klim ik eroverheen, daar ben ik goed in want dat heb ik al heel vaak gedaan. Ik kruip verder tot ik het oude kussen van een bankstel bereik. Het kussen ligt tegen de tussenmuur, als je door de muur zou kunnen, kom je bij de buren terecht, denk ik. Daar, tussen het kussen en de schuine muur, zet ik de kist neer. Daarna kruip ik snel weer door het luik naar mijn bed, maar daar staat papa op me te wachten. Hij staat midden in de rotzooi.
    'Wat ben je aan het doen?' vraagt papa.
    'Niks,' zeg ik, en kijk naar het glimmende schilderijtje met eenhoorns.
    'Dat is wel een rommelige niks,'
    'Er was een tornado in mijn kamer," zeg ik zacht. Ik kijk snel naar papa's gezicht en zie dat hij een wenkbrauw heeft opgetrokken.
    'Ik had niet gehoord dat de Nieke-tornado weer in het land was.'
    Ik lach, maar hij niet. 

    'Wat deed je in het hol?'
    'Ik zeg het alleen als je niks verder vertelt.'
    Papa kijkt nieuwsgierig, ik gebaar dat hij me moet volgen en kruip terug het hol in. Ik hoor dat hij meer moeite heeft met de spullen die hij zelf achter het luik heeft neergezet. Achterin laat ik hem de doos zien, maar hij moet eerst beloven dat hij niks verder vertelt en zijn naam opschrijven met waskrijt. Maar hij mag zijn naam nog niet op de muur schrijven, dat mogen alleen de leden van de club. Papa schrijft zijn naam op het blaadje en ik laat hem mijn schat zien.
    'Mooi, hoor,' zegt hij. 
    Ik zeg nog een keer dat hij niks verder mag vertellen, anders moet hij van de plank. Hij belooft het. Maar bij het voorlezen laat ik mijn schat ook aan mama zien, en zeg dat ze niks mag doorvertellen, anders komen de piraten haar halen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten