donderdag 15 september 2016

Meubelstofferen - deel II

We sloegen die avond de televisie over. We begonnen met een spelletje maar hadden seks op onze 'oude' bank voordat iemand gewonnen had. Toch kon ik, eenmaal in bed, nog niet slapen. Ik bleef maar denken aan de bank, aan de vreemde persoon die morgen zou aanbellen, of het wel mooi zou worden en of ik wel goed meubels zou kunnen stofferen. Ik streelde Pieter tot hij zich weer omdraaide en me terug zoende, pas daarna viel ik in slaap.


Bezorgd liep ik met Pieter mee naar de deur, om hem een fijne dag op zijn werk te wensen. Hij bedankte grimmig want hij moest weer verder met communiceren met de Franse tak van het bedrijf, terwijl zijn andere werk ook gewoon nog door ging.
    'Doe niet open voor vreemden,' was waarmee hij zijn grimmige zelf even onderbrak. 
    Ik veins een boos gezicht, hij lacht en vertrekt. Vandaag brengt de koerier nieuwe spullen om in te pakken, cadeautjes voor een grabbelton, ook nu ben ik er snel mee klaar. Maar na de lunch wordt er op de deur geklopt. Ik open de deur en er staat een jongeman achter. Een man. Een jónge man. Die komt me leren stofferen? Door de twee oude vrouwen op de foto had ik er eigenlijk niet over nagedacht dat het een man kon zijn die zou aankloppen, terwijl het eigenlijk niet zo'n gek beroep is voor een man. Zonder hem eerst gedag te zeggen zie ik hem voor me in een werkbroek van spijkerstof en zonder shirt. De jongeman glimlacht en vraagt of ik 'mevrouw M. Hessel' ben. Ik bevestig en laat hem binnen.
    'Je verwachtte geen man, hè?' vraagt hij.
    'Nee, dat verwachtte ik niet.'
    'Ik hoor het vaker, het is die foto van die dames. Dat is onze grootste doelgroep.'
    'Wel gezellig,' zeg ik.
    'Ja,' zei hij, 'elke dag weer.'
    'Heb je nooit jongere klanten?' vraag ik.
    'Nee, eigenlijk niet. Je bent mijn jongste klant tot nu toe. Hoe oud ben je?'
    'Maar jongeman toch, de jongste? Dit ouwe besje?' De jongen lacht. Hij is leuk.
    'Martin,' zegt hij, en hij steekt zijn hand uit. Ik leg mijn hand in de zijne en hij geeft er een kus op. 'En hoe mag ik u noemen?' vraagt hij grijnzend.
    'Tante Mies,' zeg ik.
    'Goed, Tante Mies. Bent u klaar voor wat serieus stofferen?!'
    'Als de wiedeweerga!' zeg ik bij gebrek aan een zin die beter bij een oud besje zou passen. 'Ik moet nog even aan mijn besjes vocabulaire werken,' zeg ik.
    'Och kèrel!' zegt de jongen, 'verder dan dat kom ik niet.'
    Ik lach. '
Ik denk dat ik er beter vanaf kwam, wilt u misschien een thee of koffie? Ik bedoel, een heet water of een bakje leutemeteut?'
    'Leutemeteut, graag, astublieft. Lekker.' 
    Verontschuldigend zeg ik dat het wel Senseo koffie is, maar dat vindt hij geen probleem. Hij loopt achter me aan en gaat aan tafel zitten. Ik zet het apparaat aan en zet melk en suiker op tafel. Als het apparaat klaar is, zet ik de koffie neer. Martin vraagt waarom ik heb besloten te gaan stofferen, of ik er iets mee had. Ik zei dat ik vooral verveling had.
    'Mijn vriend werkt veel, en ik niet. Dus ik ben vaak alleen thuis.'
    'Dat is vervelend," zei hij. "Is dat het slachtoffer?' Hij wees naar de bank. 
    Ik knikte. 
    Hij keek bedenkelijk en vroeg of ik nog een zeil had liggen misschien, omdat hij zich af vroeg of die van hem het wel zou redden. Hij zette zijn lege kopje op tafel en ging zijn spullen uit de auto halen.
    'Oké, ik zal wel even naar dat zeil zoeken.'
    'Top, Tante Mien,' zei hij lachend en liep naar de voordeur.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten