maandag 19 september 2016

Het rijk van Dionysos - Metal in Hengelo: deel I

Ik had mijn Engels examen gehaald maar de dag begon pas, na een haastige reis terug. Ik nam de "evil twins" op sleeptouw vanaf het station, naar huis, om daarna in de auto met mijn vader te stappen, Metal-oom om te pikken in Lelystad en een hapje bruine gorigheid onder de gele M aan de snelweg te nemen. Nu was de heenweg naar een concert altijd anders dan andere heenwegen; de gemoedsrust zat vol geladen deeltjes, als bij naderend onweer na een kurk-hete dag. Toch was dat nog niet het begin van de dag, meer de heenreis naar je werk toe: voordat de dag begint (behalve als je band lek is, de brug open staat en de wekker stuk was).
    Zoals zo vaak begon de dag pas echt op de parkeerplaats. We hoefden de weg niet te kennen, we liepen gewoonweg achter de langharige battlejackets aan. De "Bovenkarspel-boys" waren er ook, en Metal-oom had mijn lieve vriendinnetje en haar vriend al gevonden. 
    Tot mijn opluchting was het ook allang niet meer zo ongemakkelijk om de tweede helft van de tweeling onder ogen te komen. Ook omdat ik het grootste deel van de gesprekken niet lette op met welk deel van de tweeling ik aan het praten was. (Sorry daarvoor).

Elm Street was een fijne inleiding die ik doorbracht met mijn lieve vriendinnetje en haar vriend maar vooral met haar Elmo tas. Elmo ging dansen, Elmo ging headbangen, Elmo deed dingen die misschien ietwat meer volwassen waren dan Elmo zelf. Niks nieuws wat dat betreft. 

Daarna begon Warbringer, direct ontstond er een pit, met rondvliegende bekende gezichten erin. Metal-oom was veranderd in een gracieuze Sherman-tank die samen met de Rode Duivel en Thijs over het veld wervelden. Voorzichtig stapte ik de open plek op, maar kreeg direct een Thijs in het gezicht geworpen. Ik besloot dat de combinatie van deze Vikingen met deze muziek te veel waren voor mijn meisjes-kracht en bleef in de zijlijn staan om me alleen met het terugduwen te bemoeien. Ik duwde de jongens die uit de bocht raakten, terug de strijd op de open plek in. Zo kon ik binnen mijn krachtlimiet mee duwen, mijn uitzicht op het slachtveld en de band (maar vooral het slachtveld: het mooiste uitzicht van elk concert) bewaren, en achter mij konden de headbangers ongestoord met hun hoofden blijven schudden. Zo lang als de band speelde, raasde de pit door. En kon ik kijken naar de lachende gezichten die langskwamen en soms snel naast me bleven staan om een slok bier uit mijn beker te nemen. En dit was nog niet eens de band waar ik zelf voor gekomen was.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten