dinsdag 1 november 2016

Het kloppen (13)

Eindelijk is het bedtijd, Sinne heeft nog steeds niets verzonnen om Lukas naar het bal mee te krijgen. Haar laatste kans is dat een monster haar daarmee kan helpen. Ongeduldig ligt ze in bed te wachten met Rosa in haar armen. Thales zou kloppen als het tijd was. Ze kijkt naar het plafond en denkt aan Lukas, ze zou het heel zielig vinden als hij het mist. Hoe zou de koningin eruit zien, de koning, de prinses en zou de prins zijn danskunsten laten zien? Ze besluit zich om te kleden, ze wil niet in haar slaapjurkje naar het monsterbal. Ze doet haar favoriete jurkje aan en gaat weer in bed liggen.
   Eindelijk klopt Thales op de muur, Sinne springt uit bed en grijpt naar de ballerina's die ze heeft klaargelegd. Daarna gaat ze zo stil mogelijk naar de logeerkamer en drukt weer op het vierkante knopje onderaan de zijkant. Ze opent de achterwand en gaat de meter tussen de muur binnen. Weer zijn de lichten aan, niet zoals vanmiddag, toen was het donker tussen de muur. Ze ziet een paar zwarte kruipers rondscharrelen en dan gaat het luik tegenover haar open en komt Arend naar binnen. Hij wordt om beurten door Maggie, Dex én Xia besprongen en schrikt bij alle drie even hevig.
   "Nu is het wel weer genoeg jongens," zegt Sinne. Teleurgesteld komen Sha en Den uit hun schuilplaatsen tevoorschijn. Arend wil verder lopen maar Sinne houdt hem tegen. Ze loopt naar het compartiment naast hem en trekt Fien en Flax tevoorschijn.
    "Stelletje deugnieten," zegt ze hoofdschuddend alsof ze heel teleurgesteld is, maar daarna lacht ze. "Nog meer deugnieten die nog verstopt zitten?" vraagt ze, waarop Pia, Pekel en Hekel nog schijnheilig aan haar voorbij tippelen. Daarna springt Flerk tevoorschijn, recht in Sinnes gezicht, waar hij opgewonden overheen klimt naar haar nek, waar hij tussen haar haren blijft zitten gniffelen. Sinne rolt met haar ogen naar Arend.
   "Wat een doerakken," zegt die lachend. Sinne knikt, Arend heeft allerlei vragen voor haar, hij is erg van de monsters onder de indruk. Dan komt Thales aanlopen, naast hen blijft hij in driehoeken heen en weer kloppen. Sinne stelt hem aan Arend voor.
   "Ben je zenuwachtig?" vraagt ze aan Thales.
   "Natuurlijk, natuurlijk," zegt die, alsmaar driehoekjes trekkend.
   "Waarom dan?"
   "Natuurlijk, straks ken ik mijn klop niet goed genoeg, of vind de portier hem niet mooi! Stel je voor, als de portier hem niet mooi vindt! En als het niet goed gaat! Dan mag ik natuurlijk nooit naar het bal komen."
   "U kunt het heel goed," zegt Arend tegen hem.
    "O, dankuwel," zegt Thales, Sinne denkt dat als hij niet bedekt zou zijn met haar, ze hem zouden zien blozen. Dan vraagt hij: "Waar is die andere jongen? Wilde hij niet mee?"
   "Jawel," zegt Sinne, "Daarover moet ik je nog wat vragen: denk je dat we hem in zijn kamer kunnen ophalen?" Thales denkt na, heel diep. Hij kijkt omhoog, en blijft heen en weer stappen in driehoeken.
   "Misschien weet ik wel iemand die dat kan regelen," zegt hij dan.
Blij omhelst Sinne hem. "Ik hoop het," zegt ze. "Zullen we maar gaan?" Thales en Arend knikken en Flerk springt van haar schouder naar de muur naast de doorgangen waar Sinne en Arend door naar binnen gekomen zijn. Flerk tikt drie maal op de muur, houdt een poosje stil en tikt dan nog eens. In de muur gaat een luikje open, waar hij precies doorheen past. Flerk stapt naar binnen en het luikje gaat weer dicht, waarna er niets meer van het luik te zien is. Thales staat te trillen van de zenuwen en stapt naar voren, in een driehoek klopt hij op de muur en dan stapt hij achteruit. Even gebeurt er niets.
   "Ik deed het fout, natuurlijk," begint Thales al, "natuurlijk fout, o en nu? Wat nu?" Maar toen ging toch een luik open, precies zo groot als hij. "O," zegt hij, en stapt door het gat in de muur naar binnen. Weer is daarna niets meer te zien van het gat wat daarvoor in de muur zat.
   "Wat zou er aan de andere kant van het luik zijn?" vraagt Arend zich hardop af. Sinne haalt haar schouders op en stapt naar voren. "Er is maar één manier..." zegt ze, en ze klopt met haar beide handen haar ritme op de muur.
Klop        klop        klop       boem.
       Klop        klop      klop
   Daarna stapt ze achteruit en wacht ze af. Ook nu duurt het langer dan bij Flerk. Maar daarna gaat er toch een luik open, ze kijkt Arend nog een keer aan en haalt haar schouders nog eens op, waarna ze naar binnen stapt. Ze heeft even het gevoel alsof ze valt, gewichtloos door een tunnel van sterren maar daarna staat ze op de grond in een grote hal. Ze knippert even tegen het licht, want hier hang niet af en toe een oranje lamp, hier hangen gigantische kroonluchters met geel licht. Voor haar staan Thales en Flerk, ze loopt naar hen toe.
   "Zien jullie dit elke keer als jullie reizen?" vraagt ze opgewonden, Thales knikt en haalt zijn schouders op. "Wat mooi!"Even later staat Arend naast haar.
   "Dat was interessant," zegt hij droog.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten