maandag 7 november 2016

Het kloppen (16)

Ze lopen naar het buffet en pakken een bord. Thales wijst aan welke gerechten eetbaar zijn voor mensen. Zonder op Thales te wachten steekt Lukas zijn hand in een grote berg gebakjes, omdat hij precies de middelste hebben wil. Als hij het gebakje eindelijk te pakken heeft trekt hij snel zijn hand terug.
   "Ik werd gebeten!" roept hij uit. Thales geeft hem een tik op zijn neus.
   "Natuurlijk werd je gebeten. Ik wees die stapel ook helemaal niet aan, omdat het natuurlijk de gebakjes van de Kraakwoners zijn."
   "Leven die in kraakwoningen?" vraag Arend. Thales trekt zijn wenkbrauw op.
   "Ze wonen onder de planken van oude gebouwen," zegt hij, "en ze komen hier alleen voor de gebakjes. Een klein bruin monstertje komt met zijn armen in zijn zij voor de gebakjes staan en kijkt Lukas boos aan, Lukas steekt zijn tong naar hem uit.
   "Misschien moeten we Lukas voor de rest van de avond daar maar parkeren," zegt Sinne, en ze wijst op een tafel waar een continue stroom van gigantische borden wordt afgehaald en vernieuwd voor nieuwe borden vol zoetigheid. Lukas haalt zijn schouders op, daar zouden ze hem niet mee hebben. Arend grinnikt.
    "Dat zijn de Zoetekauwen, die moeten hun suikergehalte hoog houden." zegt Thales.
Flerk springt op de tafel en gaat naar een bord waar de rest van de zwarte kruipers al omheen staan. Hij drukt zich tussen Raakel en Nano waardoor die tegen Piek en Nes worden aangedrukt. Sinne gaat erbij staan en ziet dat ze van een soort wit poeder eten.
    "Is het lekker?" vraagt ze. De kruipers stoppen met eten en knikken allemaal heftig. Ze kriebelt er een paar op hun hoofdjes en schept zelf ook haar bord vol. Met de rest van de groep gaan ze aan een tafel zitten waar hun namen al op staan. Ze snapt niet zo goed hoe de koninklijke familie wist dat zij zouden komen maar denkt er verder niet over na want ze heeft opeens ontzettend veel honger. Wat best gek is, want ze heeft gewoon gegeten. Het eten is nog lekkerder dan het eten thuis, maar dat zal ze niet tegen haar moeder zeggen, besluit ze.
   "Als ik nog eens zonder eten naar bed moet, wil ik hier wel komen eten," zegt ze.
Tegenover haar zit een grote paarse Zoetekauw die haar vol afschuw aan kijkt.
   "Zonder eten naar bed?!" vraagt hij, "maar dan ga je toch dood?"
   "Nee hoor, zo erg is het ook weer niet," zegt Sinne.
   "Nou bijna wel." zegt Lukas met een half gebakje in zijn mond. Thales kijkt hem even verdenkend aan maar gaat weer verder met eten.
   "Onmonsterlijk," zegt de Zoetekauw, waarna hij zijn laatste blauwe suikerstuk in zijn mond stopt en met zijn bord naar de tafel met de andere Zoetekauwen loopt. Naast Sinne zit een vriendelijk monster met heel veel lagen kleren over hem heen. Hij mompelt wat tegen haar maar door de lagen kleren kan ze hem niet goed verstaan. Ze kijkt Thales aan, die het met volle mond voor haar vertaald.
   "Hij vraagt of je van roosjes houdt," zegt hij.
Sinne knikt. De ogen van het monster lijken blij met het antwoord en hij begint te schudden. Meerdere kledingstukken vallen op de grond tot ze opeens metaal over de balvloer hoort stuiteren. Ze vindt een oorbel in de vorm van een roosje, het monster blijft schudden tot er nog één over de grond stuitert.
   "Wat mooi," zegt ze, "voor mij?" vraagt ze. Het monster knikt.
   "Dankjewel!" en ze doet de oorbellen in.
   "Zat je evengoed niet wat vol?" vraagt Thales aan het monster, het monster knikt. Later legt Thales uit dat het monster de Kleerengel heet. Hij is zo gek op kleren dat hij erin gaat liggen en met zijn armen en benen heen en weer schuift, maar zijn huid produceert een plakkerig stofje waardoor de kleren aan hem vast blijven plakken. Lukas stopt met eten en Sinne ziet dat hij ergens over na denkt. Dan laat hij zijn blik over alle monsters in de zaal varen. Van de gebakjes van de kraakwoners tot de monsters die zo groot zijn dat ze hun gezichten niet kunnen zien.
   "Thales," vraagt hij dan, "welke monsters eten kinderen," en met een blik op Arend, "of mensen?"

Geen opmerkingen:

Een reactie posten