woensdag 16 november 2016

Een 12-uurtje

Ik loop door de stad en zie oude mensen, oude mannen en vrouwen die om twaalf uur door de straten dwalen met rode paraplu's en grijze jassen en zwarte brillen. Twee mannen schaken in de boekwinkel, de winkel breidt uit en er moet veel verplaatst want de boekenkasten in de winkel zijn vol en de boeken liggen er in hoge stapels tegenaan. De tweede lokatie is betaald, maar de mannen schaken en troefen elkaars boekenkennis af.

Twee mannen drinken koffie bij de Hema, maar een van hen drinkt jus d'orange. Eerst een flesje en dan een glas want dat is lekkerder. Ze praten want het is alweer even geleden, en ze praten over die ene man die ze beide kennen en gissen er samen naar of die gemeenschappelijke man zestig jaar is of eenenzestig of toch net zestig geworden, "want wanneer was ie ookalweer jarig?" Daar waren ze toch bij, hoe oud werd ie toen?

Ik loop door de stad en zie oude mensen, een man zit alleen voor het raam met zijn koffie, ik denk zomaar dat hij daar elke dag zit, omdat het hoort. Tot hij daar niet meer zit en het niet meer hoort.

Een man groet een vrouw in de bibliotheek, ze zit achter een dik beeldscherm want zo'n computer heeft ze thuis niet en klaverjassen vind ze zo leuk, maar ze heeft te kort tijd of reisgelegenheid of contact om het met vrienden te spelen. De man zoekt een boek, en meer dan "hallo" zeggen ze niet. Zouden we wel eens tegen elkaar zeggen hoe akelig het weer voor hun botten is? En hoe heupen vastgroeien na verloop van tijd, en hoe kraakbeen aan maandelijks degraderen doet?

Ik loop door een stad vol oude mensen en wil graag naast de enkele man voor het raam gaan zitten, omdat ik ook even enkel ben en omdat hij verhalen heeft waar niemand naar luistert maar wellicht iedereen zou moeten horen. Of verhalen die hij aan iedereen laat horen maar werkelijk voor niemand de moeite zijn om te beluisteren. Maar ook dan zal ik wel luisteren, want ik heb tijd en ik drink ook koffie. Want ik heb tijd en mijn kraakbeen degradeert ook maandelijks. Want ik drink ook koffie en heb niets te zeggen tegen het boek waar ik me achter verstop.

Maar ik ga niet naast hem zitten. Ik vraag ook niet wie het schaken wint. Ik vraag niet of de vrouw van klaverjassen houdt, of welk boek de man zoekt, of opper dat de vriend van de twee mannen misschien wel 62 jaar oud is.
Soms is er alleen maar veel te verliezen als je telt hoeveel vet er door de groeven van hun gezichten is ontnomen. Daarom zal ik vandaag maar niet tellen, ik kijk alleen maar.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten