vrijdag 25 november 2016

Het rijk van Dionysos - Pre-Kater deel VIII

Het eten van Sir Henry Meux was precies wat ik zou verwachten van kippen zonder doorfok of hormonen. En groentes zonder gifstoffen en genetische oppomp biologie, daarnaast werd Port Liquor geschonken, wat hij zo deftig mogelijk uitsprak.
Na het eten stapt iedereen het vat uit en ruimen de bedienden de tafel en stoelen eruit. Ik til kleine Floris mee en loop acht Oscar aan.
   "We moeten een stukje doorspoelen," zegt hij, "hierna vullen ze het vat en laten de Port Liquor rijpen."
Ik volg hem naar de lift, binnen wordt Floris weer even zijn normale grote. Hij schudt en rekt en wordt weer klein. Oscar herinnert me eraan niet mijn beker te vergeten. We stappen samen uit. Ik wil weer richting de ingang van de loods lopen maar Oscar houdt me tegen, hij loopt om de loods heen en klimt op het dak van een schuur ernaast. We gluren door een scheur in het hout naar binnen.
   "Houd je vast," zegt Oscar, "3, 2, 1,"
KLENG! Met een machtige klap springt de middelste hoepel van het vat. Met een enorme kracht stroomt de Liquor er uit, tegen de kleinere vaten die eromheen staan. De vaten breken en de Port Liquor stroomt tegen de muren op. De schuur beeft van de klap en de deur van de loods slaat open. De Port Liquor stroomt de straat op. Als de kracht van de stroming er af is klimmen we de schuur weer af.

We zien een bediende van Henry Meux een vinger in de bruine vloeistof dopen en proeven. Schreeuwend rent hij naar binnen. Het volgende moment komen alle bedienden naar buiten rennen met glazen. Het bier ligt tot drie straten verderop, en sneller dan ik zou verwachten staat de straat vol drinkende mensen.
Henry komt ook naar buiten rennen en schreeuwt in afgrijzen, hij stampvoet, hij dreigt, maar niemand zet zijn glas weg.

Oscar en ik dopen onze glazen ook in een plas en proosten. Floris neemt stiekem een likje maar wordt dan afgeleid door een stel kinderen die hun ouders kwijt zijn. Hij kroelt tegen ze aan en laat een schel "miew" horen. De kinderen smelten ter plekke. Ondertussen zwelt de chaos sterk aan, steeds meer mensen rennen joelend met glazen de straat op en laten hun werk liggen. Er vormen zich groepen om de grotere plassen en mensen uit de buurt verkopen alle glazen die ze kunnen missen.
   "Het grootste spontane zuipfeest ooit," zegt Oscar die lachend naar de drinkende menigte kijkt.
   "Ik ben blij dat je me dit hebt laten zien," zeg ik. Het geeft een soort voldoening om de arme arbeiders van Londen met volle glazen op straat te zien drinken van het dure, gratis bier.
Maar dit keer blijven we niet lang, de chaos is te groot, gevaarlijk zelfs. Er breken gevechten uit om de grootste plassen, om bekers, en, een aantal geleegde bekers later, ook om kleine misverstanden. We zorgen ervoor dat de kinderen Floris volgen, naar een veiligere plek en gaan dan terug naar de lift.
   "Het was dus toch de hoepel," zei Oscar, "ze waren er niet zeker over."
   "Dit houden ze nog wel even vol, zeker?" vraag ik lachend.
Oscar knikt, "een paar duizend mensen om 7,5 miljoen biertjes te drinken. Helaas ook 7 doden."
Daar schrik ik toch van, "en Henry," vraag ik.
    "Vrijgesproken."
    "Echt?"
    "De rechter zag het als een Goddelijke interventie."

Geen opmerkingen:

Een reactie posten