vrijdag 22 juli 2016

Het rijk van Dionysos - het beste cadeau - deel II

Elke week post ik een stukje uit “het rijk van Dionysos”, over de feesten waar ik ben geweest, maar vooral; over mijn ervaringen met de metal-wereld.


Ik weet nog dat er een lange rij was, bij de garage en bij de Amsterdam Arena. Of de badkuip zoals mijn oom het noemde. We hadden sta-plaatsen, zoals het hoorde en er speelde eerst een band die 'the Answer' heette. Waarvan ik absoluut niets meer van weet. Want ik keek naar de hoorns met de 'A' erop, aan weerszijden van het podium. Ik liep achter de mannen aan, die haalden bier en gingen op zoek naar een goede plek om te staan, waar we alles goed konden zien en waar het geluid niet al te veel galmde.

Blijkbaar hebben we precies de goede plek gevonden want een vriend van mijn oom, die we naderhand tegen kwamen, zei dat hij erg teleurgesteld was in de kwaliteit van het geluid. Ik heb daar geen last van gehad; ik keek naar Angus die over het podium heen en weer liep. Ik keek naar het publiek wat nergens stil leek te staan. Ik keek met opengesperde ogen naar het filmpje van de Rock 'n Roll train die door het doek het podium op leek te rijden.


Ik zong mee, ik danste met de mannen waarmee ik al zo veel concerten mee gedeeld had, en waarmee ik nu dit concert der concerten mee deelde. We headbangden en speelden luchtgitaren zoals altijd, maar dit keer op onze gezamenlijke favoriete band. Ze speelden alle favorieten. Ze konden ook alleen maar favorieten spelen. Ik zag hoe Angus zwetend over het podium danste en zijn korte broek uit deed. De hele arena juichte toen er een boxer met de Nederlandse vlag onder verscheen. Daarna deed hij ook de boxer uit, waaronder hij een Ac/Dc slip droeg.

Ze begonnen met Rock 'n roll train en eindigden met Whole lotta Rosie, waarbij een gigantische opblaas Rosie boven op de trein ging zitten, daarna volgde het nummer Let there be rock. Angus liep in zijn Ac/Dc slip het podium af. Maar gelukkig kwam hij terug, om nog twee nummers te spelen. Highway to hell, en For those about to rock.


Helaas was niet alles honderd procent leuk. Natuurlijk moest het AC/DC zijn, waar ik de eerste (en tot nu toe nog steeds enige) oproerkraaier ontmoette. Terwijl metalheads daar zo mee geassocieerd worden. (Al deed hij mij meer aan als een gabber dan een metalhead, maar goed). Hij probeerde Thijs uit te lokken tot vechten. Toen we hem tegen hielden probeerde hij het bij de broer van Thijs. De rest van ons hield hen tegen, zodat ze er niet meteen op begonnen te slaan. Daarna stonden we samen wat achteraf zodat ze elkaar tegen konden houden. Gelukkig, want ik had het niet lang vol gehouden tegen die twee. Met ons buiten beeld begon de oproerkraaier tegen mijn vader, natuurlijk tijdens zijn favoriete nummer. Mijn vader had de man geslagen, als mijn oom niet zo tegen mijn vader opgewassen was geweest. Na die laatste poging tot vechten zagen we hem niet meer terug en konden we nog met zijn allen van het laatste nummer genieten.

Als ik naar Highway to hell luister zie ik nog steeds het overblije gezicht van Thijs voor me. Bij Whole lotta Rosie nog steeds de grote dames, die hetzelfde waren als ik, en waarmee ik als in een eenheid uit onze plaat en uit de kleren ging (ik hield het bij de plaat, for the record). En bij Thunderstruck voel ik nog de blijdschap die ik voelde dat ik dit nummer eindelijk live met mijn vader, oom en met Thijs kon delen.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten