vrijdag 24 maart 2017

Het Autokerkhof XXX

We zetten de auto handiger neer en stapten uit om de auto los te koppelen. Mijn vader en van Voorden deden dat samen. Juun en ik stonden aan de zijlijn, er was weinig wat we konden doen dus keken we beiden naar een kant van de weg om te zien of er geen auto's kwamen. We stonden rug tegen rug, elk met een hand boven onze ogen. We tuurden ernstig voor ons uit, te vervuld van spanning om maar iets te zeggen. Mijn vader floot zacht, omdat ze klaar waren, de auto zat aan de trekker van van Voorden vast. We renden terug, en met de nachtlucht die door mijn haren streek voelde ik me vrij, sterk, gelukkig. Het is altijd gek om je van zoiets bewust te worden, alsof dat het moment een beetje verpest, of een beetje minder maakt. Aan de andere kant is het dat bewustzijn waardoor je naderhand alles nog helder voor de geest kan halen. 

We reden samen terug, Joep had de meeste auto's al voorgezet, het waren er nog een stuk of drie. Nog even en hij zou zelf ook heen en weer gaan rijden. De voorste auto was waarschijnlijk de meest gevaarlijke kandidaat, een oude verroeste oldtimer die zowat door zijn velgen heen leek te zakken. Hij kraste en kraakte en gilde toen we ermee reden. Verkrampt van spanning luisterden we ernaar. Constant keek ik in verschillende richtingen om er zeker van te zijn dat er niemand was die naar ons keek. Die met slaperige ogen nog een keer de koeien had gecontroleerd of de hond naar buiten deed. Ik zag niemand, tot we bij van Voorden aankwamen. Daar stonden onze bondgenoten te wachten. Ze hielden het hek open en van Voorden en mijn vader maakten de auto los en daarna weer vast. Ik stond weer op wacht, met Juun in mijn rug. We begonnen te giechelen van de spanning, verder hadden we weinig aanleiding geloof ik. Er kwamen geen auto's aan, dat was genoeg aanleiding. Een koe loeide, dat was genoeg aanleiding. Het verschil tussen van Voorden en mijn vader, en ook de vele overeenkomsten tussen hen beiden. We hoorden hun tonen zonder de woorden naar ons toe waaien. Weer floot mijn vader toen ze klaar waren met de auto.
   Toen we weer naar het kerkhof reden keek mijn vader me op de rechte polderweg lang aan. 
   "Wat?" vroeg ik.
   "O, niks hoor, jongen."
Maar hij grijnsde zoals Joep deed als hij had besloten om te blijven eten. Ik denk dat hij niet vies was van mijn moeders kookkunsten. Onderweg kwamen we hem tegen, hij had de kleine sleepwagen gepakt en had een scheve kever achter zich hangen. Mijn vader en Joep stopten met de ramen naast elkaar, Joep had ook zijn raam al open. 
  "Nog vier," zei Joep met een serieus gezicht, maar dat gezicht hield hij niet lang vol, hij begon te grijzen en zei: "We zijn dit gewoon serieus aan het doen." 
Mijn vader grijnsde met hem mee, "we moesten wel," zei hij.

De rit erna was een stuk minder spannend omdat deze auto in vergelijking met de vorige over het wegdek gleed. Toen we bij de boerderij aankwamen, waren Juun en van Voorden nog weg. We zetten de auto neer en haalden de volgende, zwaaiden naar Joep in het voorbijgaan. Die had er duidelijk schik in. Ook de auto daarna was niet meer zo spannend. Daarna zetten we de takelwagen weg en liepen we nog een rondje over het kerkhof, zien of we niks gemist hadden. Joep was nog met zijn laatste rit bezig. Ik keek naar hoe de maan de autowrakken bescheen. Ik had nooit verwacht dat een aantal stapels geplette auto's zo'n soort schoonheid konden bezitten. Mijn vader bleef abrupt staan, daar, tussen twee stapels in stond nog mijn half geplette Ferrari. 
   "Kom," zei mijn vader. 
Hij zette er wielen onder en voor een laatste keer reden we naar van Voorden. 
Er werd eerst een beetje om mijn Ferrari wrak gesnoven, of die er nou ook bij moest. Maar mijn vader zei dat het beslist de belangrijkste was.

En dat is hoe dit allemaal is begonnen. Wrakkenmuseum van Voorden. Die man zag overal zaken in, daarom verkopen we hier in de herfst nog steeds zijn appels. Wij zijn hier allemaal aan het werk gegaan, van Voorden, mijn vader, Joep en in de vakanties werkten Juun en ik hier ook. Mooier werk heb ik me nooit kunnen wensen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten