vrijdag 17 februari 2017

Het Autokerkhof XX

Het bleek dat we mijn vader helemaal niet nodig hadden om de machines weg te rijden. Van Voorden had niet voor niets een boerderij, het waren zijn machines. Zelfs nu hij het boerenleven als broodwinning achter zich had gelaten. De hele middag schoven we alles naar één hok, legden we de roosters goed en spoten en veegden de boel aan. Dat laatste vond Juun erg leuk om te doen, vooral het schoonspuiten, zelfs nadat van Voorden haar van het idee bracht om de hoge druk op ons te richten, in plaats daarvan verjaagde ze alle mussen (zonder ze daadwerkelijk te raken), kwetterend vlogen ze weg door het open dak. Er waren maar een paar machines die versleept moesten worden maar zelfs als we dat niet deden, was er voor alle auto's genoeg ruimte. We liepen alle drie naar de ingang van de stal en bekeken het resultaat met onze handen in de zij. De stal blonk, Juun had alles nat gespoten. Zelfs de muren, het dak en de machines blonken van het vocht. Van Voorden zei dat als er nog koeien in hadden gemoeten, hij haar niet had aangenomen. Maar het was wel fijn dat het eens gebeurd was, en het briesje zou alles wel snel drogen.

We waren trots op onszelf, alle drie, ik denk zelfs van Voorden. Die had de machines al jaren niet beklommen. Na ons trotse ogenblik liepen we terug naar de boerderij. Van Voorden maakte limonade met prikwater, hij had zelfs een paar groene rietjes. Tegen de tijd dat we klaar waren met het triomfantelijk napraten, schemerde het alweer. De kabouters op de muur vielen me niet meer op, tot ik naar de gang liep om naar huis te gaan. Ze waren niet langer vreemd, boosaardig maar vriendelijk. Ik liep met Juun mee naar haar huis, voordat ik naar de fiets liep. We praatten, over dingen, leuke dingen, normale dingen, ik weet niet meer welke dingen precies. Het was fijn, de voorbode van verstopte boomhutten, van besloten clubjes met steeds andere en vreemdere namen en van onze eigen geheimtaal. Ik zwaaide toen ze naar binnen stapte en liep naar mijn fiets.
  Ik fietste naar huis en vond mijn moeder in de keuken, mijn vader was nog niet thuis. Mijn moeder zette het gas lager en rommelde in de keuken, opende en sloot laadjes en kastjes, zei dat mijn vader meestal al thuis was, want meer informatie had ze niet.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten