woensdag 8 februari 2017

Het Autokerkhof XVI

Met één slok die half mijn mondhoeken ontglipte en over mijn kin en t-shirt liep, was ik klaar om te gaan. Ik stond met mijn schoenen aan alweer aan tafel terwijl Juun schaterlachte om haar eigen muizenslokjes, waardoor ze nog langzamer dronk dan ze expres al deed. Van Voorden dronk sneller. Hij ging zijn schoenen aan doen, ik volgde hem wat onzeker, bleef bij de deur naar de gang staan. Om zijn veters te strikken ging hij op een krukje zitten, ik vermoedde dat dat de enige bestaansrecht van het krukje was. Hij vroeg of ik een fijne zomervakantie had gehad. Ik leunde tegen de deurpost, en ging rechtop staan waardoor ik ook in de gang stond.
  "Leuk," zei ik, "ik mocht bijna elke dag mee naar mijn vaders werk. Soms kan ik hem helpen en dan betaald hij me een paar dubbeltjes zakgeld."
  "Dat is fijn," zei van Voorden, hij had zijn schoenen aan maar nam zijn tijd om op te staan. "heb je nog leuke dingen gedaan?"
  "Mijn vaders werk is leuk, we pletten auto's."
  "Maar nu gaan jullie ze redden?"
  "Alleen de speciale auto's."
Van Voorden knikte en stond eindelijk op, "ga je mee, of blijf je hier Juuntje?" riep hij richting de woonkamer. Zonder te wachten liep hij door naar de deur. Snel volgde ik hem, hij liet me alvast voor naar buiten en hield de deur open. Juuntje kwam ook aanhuppelen.
  "Goed hoor," zei ze grijnzend tegen de grijsaard in de deuropening en stapte achter mij aan naar buiten. 

Er was veel meer op de van Voorden boerderij dan ik wist, veel meer dan die paar appelbomen achter die zwarte plastic berg. Hij had een moestuin, niet alleen met moesgroenten maar ook met bloemen en daarnaast nog meer bomen in bloei. Hij had drie koeien, die hij elke morgen en avond molk. Er scharrelde een stel kippen en een paar hanen verspreid over het erf. Het mooiste vond ik een tractor achter een schuur, overgroeid met winde. We liepen in een vrij rechte lijn naar het achterste gedeelte van het land, direct naar de zwarte heuvel.
  "Hier zou kunnen," zei van Voorden. 
Ik plette een schelpje tot stof onder mijn schoen, daar deed ik zeer mijn best op want het schelpje wilde niet goed breken. De hooivork stond een paar meter verderop met zijn roestige punten in de grond. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten