maandag 6 februari 2017

Het Autokerkhof XV

Van Voorden zat weer aan dezelfde tafel, dit keer met een grote opengevouwen krant. Hij zag er nog hetzelfde uit als gisteren, van achteren in ieder geval, het huis leek totaal anders. Het was licht, heel licht. Het was me toen ik er de avond ervoor was niet opgevallen door het donker: boven de woonkamer zat een groot dakraam. En de kabouterlampen stonden uit. Ik had het er toch een beetje onheilspellend gevonden maar het daglicht had alle donkere hoekjes weggevaagd. Ik ging met Juun aan tafel zitten, tegenover de grote krant. Van Voorden legde de krant plat op tafel en glimlachte. Hij stond op en ging aan het aanrecht met kopjes in de weer. Het duurde best lang. Ik kreeg het gevoel dat hij expres extra lang in de keuken bezig was. Uiteindelijk had ik mijn vader niet gevraagd of hij het goed vond als ik van Voorden en Juun over ons plan vertelde. Ik slikte zonder speeksel. Als van Voorden geen plek had of gewoonweg nee zei, dan was er veel tijd verloren gegaan voor niets. En liep misschien zelfs ons plan onnodig risico. Gespannen keek ik naar de man in zijn keukentje. Naast me hoorde ik Juun gnuifen, ik keek om. Ze had haar hand voor haar mond geslagen en kneep haar ogen een beetje samen.
  "Wat?" vroeg ik.
  "mhmh, niks."
Van Voorden kwam teruglopen met drie mokken, dit keer had hij koude chocolademelk gemaakt. Maar zo te zien wilde de cacao zich niet zo goed aan het koude water binden. Langs de randen van de massief witte mok kleefden allemaal klontjes.
  "En weet je al of je me wat wil vragen?" vroeg van Voorden.
Ik knikte onzeker, "maar jullie mogen het aan niemand verder vertellen. Niemand, zelfs niet over tienduizend jaar, zelfs niet als iemand je wil martelen ofzoiets."
  "Goh, ik had geen idee dat het zo serieus was," zei van Voorden, "misschien moeten we er dan nog even over nadenken. Want ik kan er erg slecht tegen als mensen me martelen enzo."
  "mhmhmhm," klonk een gesmoorde giechel van Juun.
  "Hmm," ik voelde me eigenlijk een beetje beledigd. Maar ik focuste me op van Voorden, die erg serieus bleef kijken. Ik nam voorzichtig een slokje van de chocolademodder, toch kwam er een bubbel cacao binnen die ik maar moeilijk doorgeslikt kreeg. Ik nam nog een slok maar nu gebruikte ik mijn tanden om de klonten buiten te houden. "Mijn vader en ik willen een aantal auto's beschermen."
Van Voorden behield zijn stalen gezicht, ik vertelde hem alles. Juun was gestopt met lachen nadat ze ook een slokje cacaopoeder genomen had en zette grote ogen op toen ze snapte wat we precies gingen doen. Gespannen keek ik naar van Voorden, de enige verandering in zijn houding was dat hij een nadenkende hand langs zijn kaak had gelegd.
  "We zullen maar even een rondje moeten lopen," zei hij.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten