woensdag 12 april 2017

Luisteren

Ze luistert vooral en ik begin maar weer over de dingen die me frustreren omdat ik ze te goed ken. Het voelt verkeerd want zij is degene die problemen heeft, ik spui maar met nutteloze irritaties.
   'Ze kwamen terug net toen ik de TV voor mezelf dacht te hebben.'
   'Ze hadden de deur weer voor mijn neus op slot gedraaid.'
   'De jongste wordt meer vertroeteld.'
   'Verkeerde chips gekocht.'
Ze knikt en zegt dat het vervelend is. Ik weet eigenlijk allang niks meer te zeggen.
  "Die andere chips was vies," zeg ik dus maar.
Ik stel me zo voor hoe ze zich enorm aan het vervelen is, of hoe ze mijn irritaties in een gesprek van hetzelfde soort bij een ander loost.
   'En ze ging maar door over hoe de jongste vertroeteld werd en hoe haar ouders de verkeerde chips hadden gekocht.'
We drinken een apart biertje, kijken een film, drinken nog een biertje, doen een spelletje, gaan in de tuin zitten, eten samen, praten over hoe goed we de film vonden, kijken nog een film of spelen nog een spelletje en nemen afscheid.
   'Ik vond het fijn dat je er was,' zegt ze lachend, 'tot snel.'
   'Tot snel,"zeg ik.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten